قَالَا رَبَّنَا ظَلَمۡنَآ أَنفُسَنَا وَإِن لَّمۡ تَغۡفِرۡ لَنَا وَتَرۡحَمۡنَا لَنَكُونَنَّ مِنَ ٱلۡخَٰسِرِينَ
Zij antwoordden daarop: O Heer! wij hebben onrechtvaardig met onze eigene zielen gehandeld, en indien gij ons niet genadig zijt, zullen wij zekerlijk behooren tot hen, die verloren zijn.
قَالَ ٱهۡبِطُواْ بَعۡضُكُمۡ لِبَعۡضٍ عَدُوّٞۖ وَلَكُمۡ فِي ٱلۡأَرۡضِ مُسۡتَقَرّٞ وَمَتَٰعٌ إِلَىٰ حِينٖ
God zeide: Vertrekt! de een zal des anderen vijand zijn. Gij zult op aarde een tijdelijk verblijf en een tijdelijk genot vinden.
قَالَ فِيهَا تَحۡيَوۡنَ وَفِيهَا تَمُوتُونَ وَمِنۡهَا تُخۡرَجُونَ
Hij zeide: Daarop zult gij leven en sterven, en eens zult gij daarvan verdwijnen.
يَٰبَنِيٓ ءَادَمَ قَدۡ أَنزَلۡنَا عَلَيۡكُمۡ لِبَاسٗا يُوَٰرِي سَوۡءَٰتِكُمۡ وَرِيشٗاۖ وَلِبَاسُ ٱلتَّقۡوَىٰ ذَٰلِكَ خَيۡرٞۚ ذَٰلِكَ مِنۡ ءَايَٰتِ ٱللَّهِ لَعَلَّهُمۡ يَذَّكَّرُونَ
O kinderen van Adam! wij hebben u kleederen gezonden, om uwe naaktheid te bedekken, en kostbare versierselen; doch het kleed der vroomheid is beter. Dit is een van Gods teekenen, welke gij misschien zult overwegen.
يَٰبَنِيٓ ءَادَمَ لَا يَفۡتِنَنَّكُمُ ٱلشَّيۡطَٰنُ كَمَآ أَخۡرَجَ أَبَوَيۡكُم مِّنَ ٱلۡجَنَّةِ يَنزِعُ عَنۡهُمَا لِبَاسَهُمَا لِيُرِيَهُمَا سَوۡءَٰتِهِمَآۚ إِنَّهُۥ يَرَىٰكُمۡ هُوَ وَقَبِيلُهُۥ مِنۡ حَيۡثُ لَا تَرَوۡنَهُمۡۗ إِنَّا جَعَلۡنَا ٱلشَّيَٰطِينَ أَوۡلِيَآءَ لِلَّذِينَ لَا يُؤۡمِنُونَ
O kinderen van Adam! laat satan u niet verleiden, zooals hij uwe ouders uit het paradijs verdreef, door hen van hunne kleeding; te berooven, opdat hij hun hunne naaktheid zou kunnen toonen. Waarlijk, hij en zijne makkers zien u, van waar gij hem niet ziet. Wij hebben de duivels aangewezen om de beschermers te zijn van hen, die niet gelooven.