ٱلۡـَٰٔنَ خَفَّفَ ٱللَّهُ عَنكُمۡ وَعَلِمَ أَنَّ فِيكُمۡ ضَعۡفٗاۚ فَإِن يَكُن مِّنكُم مِّاْئَةٞ صَابِرَةٞ يَغۡلِبُواْ مِاْئَتَيۡنِۚ وَإِن يَكُن مِّنكُمۡ أَلۡفٞ يَغۡلِبُوٓاْ أَلۡفَيۡنِ بِإِذۡنِ ٱللَّهِۗ وَٱللَّهُ مَعَ ٱلصَّـٰبِرِينَ
God heeft uwe taak gemakkelijk gemaakt; want hij weet dat gij zwak waart. Indien er een honderd van u zijn die volharden, zullen zij twee honderd overwinnen, en indien er duizend van u zijn zullen zij tweeduizend overwinnen, door Gods verlof; want God is met hen die volharden.
مَا كَانَ لِنَبِيٍّ أَن يَكُونَ لَهُۥٓ أَسۡرَىٰ حَتَّىٰ يُثۡخِنَ فِي ٱلۡأَرۡضِۚ تُرِيدُونَ عَرَضَ ٱلدُّنۡيَا وَٱللَّهُ يُرِيدُ ٱلۡأٓخِرَةَۗ وَٱللَّهُ عَزِيزٌ حَكِيمٞ
Het was nimmer een profeet gegeven, gevangenen te maken zonder groote slachtingen op aarde te doen plaats hebben. Gij verlangt het goede dezer wereld, en God wil u dat der volgende geven; want God is machtig en wijs.
لَّوۡلَا كِتَٰبٞ مِّنَ ٱللَّهِ سَبَقَ لَمَسَّكُمۡ فِيمَآ أَخَذۡتُمۡ عَذَابٌ عَظِيمٞ
Indien u vooraf geene openbaring van God ware gegeven, zou u eene strenge straf zijn opgelegd voor het losgeld, dat gij van de gevangenen te Bedr hebt verkregen.
فَكُلُواْ مِمَّا غَنِمۡتُمۡ حَلَٰلٗا طَيِّبٗاۚ وَٱتَّقُواْ ٱللَّهَۚ إِنَّ ٱللَّهَ غَفُورٞ رَّحِيمٞ
Eet dus van hetgeen gij hebt verworven, van hetgeen geoorloofd en goed is; want God is barmhartig en genadig.