قَالُواْ تَٱللَّهِ تَفۡتَؤُاْ تَذۡكُرُ يُوسُفَ حَتَّىٰ تَكُونَ حَرَضًا أَوۡ تَكُونَ مِنَ ٱلۡهَٰلِكِينَ

Zijne zonen zeiden: Bij God, zult gij dan nimmer ophouden van Jozef te spreken tot gij aan de poort des doods zijt gevoerd, of tot de smart uwe dagen eindigt.


قَالَ إِنَّمَآ أَشۡكُواْ بَثِّي وَحُزۡنِيٓ إِلَى ٱللَّهِ وَأَعۡلَمُ مِنَ ٱللَّهِ مَا لَا تَعۡلَمُونَ

Hij antwoordde: ik breng mijne smart, die ik niet kan dragen, en mijne droefheid voor God, omdat ik door openbaring van God weet, wat gij niet weet.


يَٰبَنِيَّ ٱذۡهَبُواْ فَتَحَسَّسُواْ مِن يُوسُفَ وَأَخِيهِ وَلَا تَاْيۡـَٔسُواْ مِن رَّوۡحِ ٱللَّهِۖ إِنَّهُۥ لَا يَاْيۡـَٔسُ مِن رَّوۡحِ ٱللَّهِ إِلَّا ٱلۡقَوۡمُ ٱلۡكَٰفِرُونَ

O mijne zonen! gaat en doet onderzoek naar Jozef en zijn broeder, en wanhoopt niet aan Gods genade want niemand wanhoopt aan Gods genade, behalve de ongeloovigen.


فَلَمَّا دَخَلُواْ عَلَيۡهِ قَالُواْ يَـٰٓأَيُّهَا ٱلۡعَزِيزُ مَسَّنَا وَأَهۡلَنَا ٱلضُّرُّ وَجِئۡنَا بِبِضَٰعَةٖ مُّزۡجَىٰةٖ فَأَوۡفِ لَنَا ٱلۡكَيۡلَ وَتَصَدَّقۡ عَلَيۡنَآۖ إِنَّ ٱللَّهَ يَجۡزِي ٱلۡمُتَصَدِّقِينَ

Daarom keerden de broeders van Jozef naar Egypte terug en toen zij in zijne tegenwoordigheid kwamen, zeiden zij: Edele heer, de hongersnood heerscht bij ons en ons gezin, en wij zijn met eene kleine som gelds gekomen; geef ons dus volle maat, en schenk ons koren als aalmoes; want God beloont hen die aalmoezen geven.



الصفحة التالية
Icon