لَا يَمَسُّهُمۡ فِيهَا نَصَبٞ وَمَا هُم مِّنۡهَا بِمُخۡرَجِينَ

Geene vermoeienis zal hen kwellen, en nimmer zullen zij uit die woonplaats worden geworpen.


۞نَبِّئۡ عِبَادِيٓ أَنِّيٓ أَنَا ٱلۡغَفُورُ ٱلرَّحِيمُ

Verklaar mijne dienaren, dat ik de genadige, de barmhartige God ben.


وَأَنَّ عَذَابِي هُوَ ٱلۡعَذَابُ ٱلۡأَلِيمُ

En dat mijne straf eene gestrenge straf is.


وَنَبِّئۡهُمۡ عَن ضَيۡفِ إِبۡرَٰهِيمَ

En verhaal hun de geschiedenis van de gasten van Abraham.


إِذۡ دَخَلُواْ عَلَيۡهِ فَقَالُواْ سَلَٰمٗا قَالَ إِنَّا مِنكُمۡ وَجِلُونَ

Toen zij bij hem binnentraden en hem groetten, zeide hij: Gij hebt ons bevreesd gemaakt.


قَالُواْ لَا تَوۡجَلۡ إِنَّا نُبَشِّرُكَ بِغُلَٰمٍ عَلِيمٖ

En zij antwoordden: Vrees niets: wij brengen u de belofte van een wijzen zoon.


قَالَ أَبَشَّرۡتُمُونِي عَلَىٰٓ أَن مَّسَّنِيَ ٱلۡكِبَرُ فَبِمَ تُبَشِّرُونَ

Hij zeide: Brengt gij mij de belofte van een zoon, nu ik oud geworden ben? Wat verhaalt gij mij derhalve?


قَالُواْ بَشَّرۡنَٰكَ بِٱلۡحَقِّ فَلَا تَكُن مِّنَ ٱلۡقَٰنِطِينَ

Zij zeiden: Wij hebben u de waarheid verhaald; wanhoop dus niet.



الصفحة التالية
Icon