ٱلۡمَالُ وَٱلۡبَنُونَ زِينَةُ ٱلۡحَيَوٰةِ ٱلدُّنۡيَاۖ وَٱلۡبَٰقِيَٰتُ ٱلصَّـٰلِحَٰتُ خَيۡرٌ عِندَ رَبِّكَ ثَوَابٗا وَخَيۡرٌ أَمَلٗا

Welvaart en kinderen vormen het versiersel van het tegenwoordige leven, maar goede werken, die altijd voortduren, zijn beter voor het oog van uwen Heer, ten opzichte der belooning, en beter met het oog op het geen gij hebt te hopen.


وَيَوۡمَ نُسَيِّرُ ٱلۡجِبَالَ وَتَرَى ٱلۡأَرۡضَ بَارِزَةٗ وَحَشَرۡنَٰهُمۡ فَلَمۡ نُغَادِرۡ مِنۡهُمۡ أَحَدٗا

Op een zekeren dag zullen wij de bergen doen verdwijnen en gij zult de aarde vlak en effen zien verschijnen; en wij zullen de menschen verzamelen en geen hunner achterlaten.


وَعُرِضُواْ عَلَىٰ رَبِّكَ صَفّٗا لَّقَدۡ جِئۡتُمُونَا كَمَا خَلَقۡنَٰكُمۡ أَوَّلَ مَرَّةِۭۚ بَلۡ زَعَمۡتُمۡ أَلَّن نَّجۡعَلَ لَكُم مَّوۡعِدٗا

En zij zullen in duidelijke orde voor uwen Heer worden geplaatst en hij zal tot hen zeggen: Thans zijt gij naakt tot ons gekomen, zooals wij u de eerste maal schiepen; maar hij dacht, dat wij onze belofte niet aan u zouden vervullen.


وَوُضِعَ ٱلۡكِتَٰبُ فَتَرَى ٱلۡمُجۡرِمِينَ مُشۡفِقِينَ مِمَّا فِيهِ وَيَقُولُونَ يَٰوَيۡلَتَنَا مَالِ هَٰذَا ٱلۡكِتَٰبِ لَا يُغَادِرُ صَغِيرَةٗ وَلَا كَبِيرَةً إِلَّآ أَحۡصَىٰهَاۚ وَوَجَدُواْ مَا عَمِلُواْ حَاضِرٗاۗ وَلَا يَظۡلِمُ رَبُّكَ أَحَدٗا

Het boek, waarin ieders daden zijn opgeschreven, zal in zijne hand worden gegeven, en gij zult de zondaren in grooten schrik zien verkeeren, om hetgeen daar in staat, en zij zullen zeggen: Wee over ons! wat bedoelt dit boek? Het vergeet noch eene kleine daad noch eene groote, maar het stelt die allen op, en zij zullen voor hunne oogen vinden wat zij hebben verricht; en uw Heer zal met niemand onrechtvaardig handelen.



الصفحة التالية
Icon