وَإِذۡ قُلۡنَا لِلۡمَلَـٰٓئِكَةِ ٱسۡجُدُواْ لِأٓدَمَ فَسَجَدُوٓاْ إِلَّآ إِبۡلِيسَ كَانَ مِنَ ٱلۡجِنِّ فَفَسَقَ عَنۡ أَمۡرِ رَبِّهِۦٓۗ أَفَتَتَّخِذُونَهُۥ وَذُرِّيَّتَهُۥٓ أَوۡلِيَآءَ مِن دُونِي وَهُمۡ لَكُمۡ عَدُوُّۢۚ بِئۡسَ لِلظَّـٰلِمِينَ بَدَلٗا

Gedenk toen wij tot de engelen zeiden; Aanbidt Adam: en zij aanbaden hem allen, behalve Eblis, die een der geniussen was, en zich van het bevel van zijnen Heer afwendde. Wilt gij dus hem en zijne nakomelingen tot uwe beschermers naast mij kiezen, niettegenstaande zij uwe vijanden zijn? Zulk eene verandering zal ellendig zijn voor de goddeloozen!


۞مَّآ أَشۡهَدتُّهُمۡ خَلۡقَ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ وَلَا خَلۡقَ أَنفُسِهِمۡ وَمَا كُنتُ مُتَّخِذَ ٱلۡمُضِلِّينَ عَضُدٗا

Ik riep hen niet om tegenwoordig te zijn bij de schepping der hemelen en der aarde, noch bij de schepping van hen zelven; ik nam nooit zulke verleiders tot mijne helpers.


وَيَوۡمَ يَقُولُ نَادُواْ شُرَكَآءِيَ ٱلَّذِينَ زَعَمۡتُمۡ فَدَعَوۡهُمۡ فَلَمۡ يَسۡتَجِيبُواْ لَهُمۡ وَجَعَلۡنَا بَيۡنَهُم مَّوۡبِقٗا

Op zekeren dag zal God tot de afgodendienaars zeggen: Roept hen aan, omtrent welke gij hebt uitgedacht dat zij mijne makkers zijn, om u te beschermen. Zij zullen hen roepen, doch zij zullen hun niet antwoorden, en wij zullen eene vallei van vernietiging tusschen hen plaatsen.



الصفحة التالية
Icon