وَرَءَا ٱلۡمُجۡرِمُونَ ٱلنَّارَ فَظَنُّوٓاْ أَنَّهُم مُّوَاقِعُوهَا وَلَمۡ يَجِدُواْ عَنۡهَا مَصۡرِفٗا
De zondaren zullen het hellevuur zien; zij zullen weten dat zij er in geworpen zullen worden, en zij zullen geen weg vinden om dat te vermijden.
وَلَقَدۡ صَرَّفۡنَا فِي هَٰذَا ٱلۡقُرۡءَانِ لِلنَّاسِ مِن كُلِّ مَثَلٖۚ وَكَانَ ٱلۡإِنسَٰنُ أَكۡثَرَ شَيۡءٖ جَدَلٗا
Wij hebben den mensch in dezen Koran op verschillende wijzen vergelijkingen van iederen aard voorgesteld, maar de mensch laakt met spitsvondigheid de meeste dingen, die daarin voorkomen.
وَمَا مَنَعَ ٱلنَّاسَ أَن يُؤۡمِنُوٓاْ إِذۡ جَآءَهُمُ ٱلۡهُدَىٰ وَيَسۡتَغۡفِرُواْ رَبَّهُمۡ إِلَّآ أَن تَأۡتِيَهُمۡ سُنَّةُ ٱلۡأَوَّلِينَ أَوۡ يَأۡتِيَهُمُ ٱلۡعَذَابُ قُبُلٗا
Niets verhindert de menschen, nu hun eene leiding is geschonken, te gelooven, en vergiffenis van hunnen Heer te vragen, en toch wachten zij wellicht tot de straf van hunne voorgangers op hen zal worden toegepast, of dat de kastijding van het volgende leven openlijk op hen nederkomt.
وَمَا نُرۡسِلُ ٱلۡمُرۡسَلِينَ إِلَّا مُبَشِّرِينَ وَمُنذِرِينَۚ وَيُجَٰدِلُ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ بِٱلۡبَٰطِلِ لِيُدۡحِضُواْ بِهِ ٱلۡحَقَّۖ وَٱتَّخَذُوٓاْ ءَايَٰتِي وَمَآ أُنذِرُواْ هُزُوٗا
Wij zonden onze gezanten om goede tijdingen te brengen en te waarschuwen. Zij, die niet gelooven, twisten met ijdele bewijsgronden, om daardoor der waarheid hare uitwerking te ontnemen, en kiezen mijne teekenen en de waarschuwingen die hun werden gedaan, tot onderwerp hunner spotternijen.