إِنَّ ٱلسَّاعَةَ ءَاتِيَةٌ أَكَادُ أُخۡفِيهَا لِتُجۡزَىٰ كُلُّ نَفۡسِۭ بِمَا تَسۡعَىٰ

Waarlijk, het uur komt; ik zal het gewis duidelijk verkondigen. Opdat iedere ziel hare vergelding moge ontvangen voor hetgeen zij met overleg heeft gedaan.


فَلَا يَصُدَّنَّكَ عَنۡهَا مَن لَّا يُؤۡمِنُ بِهَا وَٱتَّبَعَ هَوَىٰهُ فَتَرۡدَىٰ

Laat hij, die niet daarin gelooft en die zijne lusten volgt, u niet er van afhouden, daaraan te gelooven, opdat gij niet verdoemd wordet.


وَمَا تِلۡكَ بِيَمِينِكَ يَٰمُوسَىٰ

Wat hebt gij in uwe rechterhand, Mozes?


قَالَ هِيَ عَصَايَ أَتَوَكَّؤُاْ عَلَيۡهَا وَأَهُشُّ بِهَا عَلَىٰ غَنَمِي وَلِيَ فِيهَا مَـَٔارِبُ أُخۡرَىٰ

Hij antwoordde; Het is mijn staf, waarop ik leun, en waarmede ik bladeren voor mijne kudde afbreek, en welken ik ook voor andere doeleinden bezig.


قَالَ أَلۡقِهَا يَٰمُوسَىٰ

God zeide tot hem: Werp dien weg; o Mozes!


فَأَلۡقَىٰهَا فَإِذَا هِيَ حَيَّةٞ تَسۡعَىٰ

En hij wierp dien weg en zie hij werd eene slang, die voortliep.


قَالَ خُذۡهَا وَلَا تَخَفۡۖ سَنُعِيدُهَا سِيرَتَهَا ٱلۡأُولَىٰ

God zeide: Vat haar aan en vrees niet; wij zullen haar tot haren vorigen toestand terugbrengen.



الصفحة التالية
Icon