فَأَعۡرَضُواْ فَأَرۡسَلۡنَا عَلَيۡهِمۡ سَيۡلَ ٱلۡعَرِمِ وَبَدَّلۡنَٰهُم بِجَنَّتَيۡهِمۡ جَنَّتَيۡنِ ذَوَاتَيۡ أُكُلٍ خَمۡطٖ وَأَثۡلٖ وَشَيۡءٖ مِّن سِدۡرٖ قَلِيلٖ

Maar zij wenden zich af van hetgeen wij hun hadden bevolen weshalve wij de overstrooming van de al Arem tegen hen zonden; en wij veranderden hunne twee tuinen voor hen, in twee tuinen die bittere vruchten voortbrachten, tamarissen en eenige kleine vruchten van den lotusboom.


ذَٰلِكَ جَزَيۡنَٰهُم بِمَا كَفَرُواْۖ وَهَلۡ نُجَٰزِيٓ إِلَّا ٱلۡكَفُورَ

Dit gaven wij hun als vergelding, omdat zij ondankbaar waren. Wordt iemand zoo vergolden, behalve de ondankbare?


وَجَعَلۡنَا بَيۡنَهُمۡ وَبَيۡنَ ٱلۡقُرَى ٱلَّتِي بَٰرَكۡنَا فِيهَا قُرٗى ظَٰهِرَةٗ وَقَدَّرۡنَا فِيهَا ٱلسَّيۡرَۖ سِيرُواْ فِيهَا لَيَالِيَ وَأَيَّامًا ءَامِنِينَ

En wij plaatsten tusschen hen en de steden welke wij gezegend hebben, (bloeiende bij elkander gelegen steden) en wij maakten de reis daartusschen gemakkelijk; zeggende: Reist er door des nachts en des daags, in zekerheid.


فَقَالُواْ رَبَّنَا بَٰعِدۡ بَيۡنَ أَسۡفَارِنَا وَظَلَمُوٓاْ أَنفُسَهُمۡ فَجَعَلۡنَٰهُمۡ أَحَادِيثَ وَمَزَّقۡنَٰهُمۡ كُلَّ مُمَزَّقٍۚ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَأٓيَٰتٖ لِّكُلِّ صَبَّارٖ شَكُورٖ

Maar zij zeiden! O Heer! plaats een grooteren afstand tusschen onze wegen, en zij waren onrechtvaardig omtrent zich zelven. Wij maakten hen tot eene bespotting onder de volkeren en wij verspreidden hen met eene geheele verstrooiing. Waarlijk, hierin zijn teekens voor ieder lijdzaam en dankbaar mensch.



الصفحة التالية
Icon