مَا لَكُمۡ لَا تَنَاصَرُونَ

Wat deert u, dat gij elkander niet verdedigt?


بَلۡ هُمُ ٱلۡيَوۡمَ مُسۡتَسۡلِمُونَ

Maar op dien dag zullen zij zich aan Gods oordeel onderwerpen.


وَأَقۡبَلَ بَعۡضُهُمۡ عَلَىٰ بَعۡضٖ يَتَسَآءَلُونَ

En zij zullen elkander naderen en onder elkander twisten.


قَالُوٓاْ إِنَّكُمۡ كُنتُمۡ تَأۡتُونَنَا عَنِ ٱلۡيَمِينِ

En de verleiden zullen zeggen tot hen die hen hebben verleid: Waarlijk, gij kwaamt tot ons met voorspellingen van voorspoed.


قَالُواْ بَل لَّمۡ تَكُونُواْ مُؤۡمِنِينَ

En de verleiders zullen antwoorden: Neen! gij waart veeleer geene ware geloovigen;


وَمَا كَانَ لَنَا عَلَيۡكُم مِّن سُلۡطَٰنِۭۖ بَلۡ كُنتُمۡ قَوۡمٗا طَٰغِينَ

Want wij hadden geene macht over u, om u te dwingen, maar gij hebt vrijwillig gezondigd.


فَحَقَّ عَلَيۡنَا قَوۡلُ رَبِّنَآۖ إِنَّا لَذَآئِقُونَ

Daarom werd het vonnis van onzen Heer rechtvaardig over ons uitgesproken, en wij zullen zekerlijk zijne wraak proeven.


فَأَغۡوَيۡنَٰكُمۡ إِنَّا كُنَّا غَٰوِينَ

Wij verleidden u, maar wij dwaalden ook zelven.



الصفحة التالية
Icon