فَإِنَّهُمۡ يَوۡمَئِذٖ فِي ٱلۡعَذَابِ مُشۡتَرِكُونَ
Zij zullen op dezen dag dus beiden deelgenooten van dezelfde straf zijn.
إِنَّا كَذَٰلِكَ نَفۡعَلُ بِٱلۡمُجۡرِمِينَ
Zoo zullen wij met de zondaren handelen;
إِنَّهُمۡ كَانُوٓاْ إِذَا قِيلَ لَهُمۡ لَآ إِلَٰهَ إِلَّا ٱللَّهُ يَسۡتَكۡبِرُونَ
Want toen er tot hen werd gezegd: Er is geen god buiten den waren God, bliezen zij zich op met hoogmoed.
وَيَقُولُونَ أَئِنَّا لَتَارِكُوٓاْ ءَالِهَتِنَا لِشَاعِرٖ مَّجۡنُونِۭ
En zeiden: zullen wij onze goden voor een bezeten dichter verlaten?
بَلۡ جَآءَ بِٱلۡحَقِّ وَصَدَّقَ ٱلۡمُرۡسَلِينَ
Neen! hij komt met de waarheid en legt getuigenis af voor de vroegere gezanten.
إِنَّكُمۡ لَذَآئِقُواْ ٱلۡعَذَابِ ٱلۡأَلِيمِ
Gij zult zekerlijk de pijnlijke martelingen der hel proeven.
وَمَا تُجۡزَوۡنَ إِلَّا مَا كُنتُمۡ تَعۡمَلُونَ
En gij zult niet vergolden worden, dan overeenkomstig uwe werken.
إِلَّا عِبَادَ ٱللَّهِ ٱلۡمُخۡلَصِينَ
Maar wat de oprechte dienaren Gods betreft.