وَنَجَّيۡنَٰهُ وَأَهۡلَهُۥ مِنَ ٱلۡكَرۡبِ ٱلۡعَظِيمِ
En wij bevrijdden hem en zijn gezin uit de groote ellende.
وَجَعَلۡنَا ذُرِّيَّتَهُۥ هُمُ ٱلۡبَاقِينَ
Wij deden zijne nakomelingschap den zondvloed overleven, om de aarde te bevolken.
وَتَرَكۡنَا عَلَيۡهِ فِي ٱلۡأٓخِرِينَ
En wij lieten hem de volgende begroeting door de verste nakomelingschap geven:
سَلَٰمٌ عَلَىٰ نُوحٖ فِي ٱلۡعَٰلَمِينَ
Vrede zij op Noach onder alle schepselen!
إِنَّا كَذَٰلِكَ نَجۡزِي ٱلۡمُحۡسِنِينَ
Zoo beloonen wij de rechtvaardigen.
إِنَّهُۥ مِنۡ عِبَادِنَا ٱلۡمُؤۡمِنِينَ
Want hij was een van onze dienaren, de ware geloovigen.
ثُمَّ أَغۡرَقۡنَا ٱلۡأٓخَرِينَ
Daarna verdronken wij de anderen.
۞وَإِنَّ مِن شِيعَتِهِۦ لَإِبۡرَٰهِيمَ
Abraham was mede van zijnen godsdienst;
إِذۡ جَآءَ رَبَّهُۥ بِقَلۡبٖ سَلِيمٍ
Toen hij met een volkomen hart tot zijn Heer kwam.