فَأَقۡبَلُوٓاْ إِلَيۡهِ يَزِفُّونَ

En zijn volk kwam haastig tot hem.


قَالَ أَتَعۡبُدُونَ مَا تَنۡحِتُونَ

Hij zeide: Aanbidt gij de beelden die gij zelven snijdt?


وَٱللَّهُ خَلَقَكُمۡ وَمَا تَعۡمَلُونَ

Terwijl God u heeft geschapen en ook datgene wat gij maakt.


قَالُواْ ٱبۡنُواْ لَهُۥ بُنۡيَٰنٗا فَأَلۡقُوهُ فِي ٱلۡجَحِيمِ

Zij zeiden: Richt een brandstapel voor hem op en werp hem in het gloeiende vuur.


فَأَرَادُواْ بِهِۦ كَيۡدٗا فَجَعَلۡنَٰهُمُ ٱلۡأَسۡفَلِينَ

En zij smeedden eene list tegen hem. Maar wij deden hem het onderspit delven en bevrijdden hem.


وَقَالَ إِنِّي ذَاهِبٌ إِلَىٰ رَبِّي سَيَهۡدِينِ

En Abraham zeide: Waarlijk, ik ga tot mijnen Heer, die mij zal richten.


رَبِّ هَبۡ لِي مِنَ ٱلصَّـٰلِحِينَ

O Heer! geef mij eene rechtvaardige nakomelingschap.


فَبَشَّرۡنَٰهُ بِغُلَٰمٍ حَلِيمٖ

Daarom maakten wij hem bekend, dat hij een zoon zou bekomen, die een zachten aard zou hebben.


فَلَمَّا بَلَغَ مَعَهُ ٱلسَّعۡيَ قَالَ يَٰبُنَيَّ إِنِّيٓ أَرَىٰ فِي ٱلۡمَنَامِ أَنِّيٓ أَذۡبَحُكَ فَٱنظُرۡ مَاذَا تَرَىٰۚ قَالَ يَـٰٓأَبَتِ ٱفۡعَلۡ مَا تُؤۡمَرُۖ سَتَجِدُنِيٓ إِن شَآءَ ٱللَّهُ مِنَ ٱلصَّـٰبِرِينَ

En toen hij den ouderdom der jongelingschap had bereikt, en zich met hem in de verrichtingen van den godsdienst kon vereenigen. Zeide Abraham tot hem: O mijn zoon! waarlijk, ik zag in een droom, dat ik u als eene offerande zoude aanbieden. Overweeg dus wat gij meent, dat ik zal doen. Hij antwoordde: O mijn vader! doe wat u bevolen werd; indien het Gode behaagt, zult gij bevinden dat ik het lijdzaam zal ondergaan.



الصفحة التالية
Icon