وَلَقَدِ ٱخۡتَرۡنَٰهُمۡ عَلَىٰ عِلۡمٍ عَلَى ٱلۡعَٰلَمِينَ
Wij kozen hen, voorbedachtelijk, boven alle volkeren.
وَءَاتَيۡنَٰهُم مِّنَ ٱلۡأٓيَٰتِ مَا فِيهِ بَلَـٰٓؤٞاْ مُّبِينٌ
Wij toonden hun verschillende teekenen, waarin een duidelijke proef was gelegen.
إِنَّ هَـٰٓؤُلَآءِ لَيَقُولُونَ
Waarlijk deze bewoners van Mekka (ongeloovigen) zeggen:
إِنۡ هِيَ إِلَّا مَوۡتَتُنَا ٱلۡأُولَىٰ وَمَا نَحۡنُ بِمُنشَرِينَ
Zekerlijk zal ons bepaald einde geen ander dan onze eerste, natuurlijke dood wezen; nimmer zullen wij weder worden opgewekt.
فَأۡتُواْ بِـَٔابَآئِنَآ إِن كُنتُمۡ صَٰدِقِينَ
Breng dan onze voorvaderen tot het leven terug, indien gij de waarheid spreekt.
أَهُمۡ خَيۡرٌ أَمۡ قَوۡمُ تُبَّعٖ وَٱلَّذِينَ مِن قَبۡلِهِمۡ أَهۡلَكۡنَٰهُمۡۚ إِنَّهُمۡ كَانُواْ مُجۡرِمِينَ
Zijn zij beter of het volk van Tobba. En zij die vóór hen bestonden? Wij verdelgden hen, omdat zij zonden bedreven.
وَمَا خَلَقۡنَا ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضَ وَمَا بَيۡنَهُمَا لَٰعِبِينَ
Wij hebben de hemelen en de aarde, en alles wat daar tusschen is, niet geschapen, bij wijze van uitspanning.